2016.10.25 |

Medio oktober bestond D66 vijftig jaar. Hans van Mierlo en Hans Gruijters vonden het in de roerige jaren zestig hoog tijd om de democratie te vernieuwen. Zij wilden een revolutie ontketenen voordat die spontaan zou uitbreken. Zij kwamen met zeven zetels in de Tweede Kamer. Anno 2016 zijn de omgangsvormen gemoderniseerd, is het axiomatisch respect voor autoriteit en gezag verdwenen maar in grote lijnen zijn de machtsverhoudingen nog gelijk aan die van 1945. We kunnen, neen moeten, alles zelf kiezen van telefoonaanbieder en internetprovider tot zorgverzekeraar en energiebedrijf. Maar in het openbaar bestuur wordt voor ons gekozen. Geen burgemeester, geen commissaris, geen dijkgraaf, geen college, geen kabinet, geen minister-president, geen koning. Zelfs uitslagen van referenda (Grondwet, Oekraïne) worden genegeerd. Kiezen van bestuur is in ons land nog steeds voorbehouden aan een politieke elite. Aan inherent polariserende politieke partijen, terwijl de samenleving en de toekomst gebaat zijn bij consensus.
Ik ben er van overtuigd dat het sluimerende gif in de samenleving niet los staat van grote ontevredenheid over het functioneren van onze democratie. Het afgelopen jaar heb ik tijdens bijeenkomsten in het licht van gebiedsprocessen meermalen van jongeren te horen gekregen dat ik van de ouwehoergeneratie ben en dat zij in de richting van de PETshopboys bewegen. Kennelijk liever duidelijke taal en zeggen hoe het moet dan als een made duiken in een dood konijn en oneindig meebewegen met duizenden andere maden waardoor het dode konijn nog levend lijkt. In Rusland nog steeds veel steun voor Poetin en verlangen naar de Sovjet Unie. In Turkije grote steun voor Erdogan die op zijn minst de indruk wekt het Ottomaanse Rijk weer op de kaart te zetten. In de VS is Trump presidentskandidaat met de belofte om Amerika weer wereldleider te maken. In Nederland is het wachten op een man die ons terug wil leiden naar de tijden van de VOC. In de autoritaire droom verlangen mensen nou eenmaal naar een geïdealiseerd verleden.
In de liberale droom verlangen mensen naar een toekomst die beter is dan het heden. Het is het Verlichtingsdenken van mensen als Mark Rutte. Het houdt stand zolang de belofte voor een ruime meerderheid daadwerkelijk wordt ingevuld. Mocht dat structureel gaan haperen, om welke reden dan ook, dan is zelfs de beste debater van Nederland ooit niet in staat om ons met zijn verbale plamuurmes van de wanden van het verleden af te krijgen. Zie hier de eerste megaopgave van het nieuwe kabinet. De tweede megaopgave is eindelijk werk maken van democratische vernieuwing. Niet een beetje water bij de elitaire wijn of oude wijn in nieuwe zakken maar een drankje naar keuze. Want alleen met veertig regio’s in plaats van vierhonderd gemeenten en twaalf provincies zijn we er niet. Met een regioraad, die zich als een soort Eerste Kamer opstelt en de rest overlaat aan de samenleving, wordt al meer recht gedaan aan de behoefte van onze netwerksamenleving. Treffend voorbeeld van hoe het kan is een proces in Den Haag, waar voor de toekomst van het Westbroekpark en de Scheveningse Bosjes wordt gewerkt met een denktank van bewoners die is geboren uit consensus binnen acht stadslabs. Geen stembiljet is er aan te pas gekomen. De denktank is aan zet, de gemeente ondersteunt het proces en de gemeenteraad acteert als een Eerste Kamer op lokaal niveau. Het kan dus wel eigentijds.
Laten we inzetten op politieke moed en wetgeving die experimenten mogelijk maken. Niet de eenheidsworst uit 1848 die, na anderhalve eeuw prima te hebben gewerkt, nu toe is aan herijking. Laat de culturele verschillen van ons kleine land tot uiting komen en inspireer elkaar met initiatieven en uitvindingen. Maak van Nederland niet alleen voor technologie, energie, design, landbouw, waterbouw en ruimtelijke ontwikkeling een wereldlaboratorium. Beslist ook voor democratische innovatie. Met een goed functionerende netwerkdemocratie als voorbeeld hebben dan ook Russen, Turken en Amerikanen weer wat te kiezen.